Opdracht 1: Kleurenleer

Figuur 1. De kleurencirkel van Johannes Itten
met van binnen naar buiten de primaire,
secundaire en tertiaire kleuren.

De stukje geschiedenis

Het eenvoudigste kleurcontrast ontstaat door de enkelvoudige kleuren met de grootste zuiverheid tegen elkaar aan te zetten. Zoals het grootste licht - donkercontrast ontstaat tussen zwart en wit, ontstaat het grootste kleurcontrast door de primaire kleuren, traditioneel werden die gezien als rood, geel en blauw; in de wetenschappelijke leer als magenta, geel en cyaan.

Op de kleuterschool leerden we al dat je groene verf krijgt wanneer je geel met blauw mengt. De onder digitale fotografen bekende afkorting ‘RGB’ staat echter voor rood, groen en blauw en dat zijn de kleuren die in de digitale fotografie de basis vormen van alle kleuren.

Een van de bekendste kleurenleren is die van Johannes Itten (1888-1967), Zwitserse kunstschilder, ontwerper en docent. Zijn kleurenleer, bekend van onze kleuterschooljaren, is gebaseerd op een in de praktijk ontwikkeld verfmengsysteem met als primaire kleuren rood, geel en blauw.

In 1707 publiceert Isaac Newton zijn Optics met de bevindingen van zijn experimenten: gekleurd licht (figuur 2) ontstaat bij de breking van wit licht in een prisma. Andersom ontstaat wit wanneer al die kleuren weer worden samengevoegd. Hij benoemt analoog aan de toonladder 7 kleuren als echte kleuren die met een prisma niet verder te breken zijn: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.

Wat niet mag ontbreken bij een tekst over kleuren is de kleurordening. Onze ogen zijn in staat bijna een miljoen kleuren te onderscheiden. Een mens zou geen mens zijn als hij hierin geen orde wilde aanbrengen. Het communiceren en denken over kleuren wordt daardoor sterk vereenvoudigd.

Verschillende systemen, zowel additief (licht) als subtractief (verf), ordenen de kleuren met behulp van de drie begrippen:
•    kleurtoon (hue) - blauw, paars, violet, geel, etc.
•    verzadiging (saturation) - intens of mat / verzadigd of grijs
•    helderheid (lightness) - licht of donker / wit of zwart

De manier waarop kleuren gedefinieerd worden, is niet objectief, maar afhankelijk van de taal. In verschillende talen worden de kleuren anders benoemd. In China wordt een kleur vaak vernoemd naar een object dat die kleur heeft. Zo is oranje bijvoorbeeld in Chinese talen sinaasappelkleur (letterlijke vertaling). Deze talen kennen geen aparte woorden voor de kleur en de vrucht.

Het lijkt niet zo ingewikkeld, maar over kleur is heel veel te leren en te ontdekken.

Bron: http://www.wilmakarels.nl/fotografie/kleuren-kleurenleer.php

De opdracht

Je gaat een boekje samenstellen, waarbij je verschillende kleuren en kleurcontrasten gaat onderzoeken.

De kleurencirkel (Dit wordt je titelblad. Schrijf er ook je naam en klas op)

Koude kleuren - Warme kleuren

Kleur-tegen-kleur contrast

Licht-donker contrast

Complementair contrast (Het sterkste kleurcontrast bestaat tussen de complementaire kleuren; volgens Itten was dat tussen rood en groengeel en paarsblauw en oranje.)

Ton-sut-ton (Dit houdt in dat je een kleurenpalet kiest dat bestaat uit één kleur, in verschillende tinten.)

De materialen

  • Papier
  • Kwasten
  • Verf
  • Mengbordje
  • Keukenrol
  • Bakje water