Opdracht 6: Creatief met aardappel

De geschiedenis

De aardappel (Solanum tuberosum) behoort tot de nachtschadefamilie, net als de tomaat, paprika en tabak. De aardappel is een plant die ondergronds een energievoorraad in de vorm van zetmeel aanlegt. Het zetmeel slaat de plant op in voor de mens eetbare stengelknollen, die net als de plant zelf aardappelen of aardappels worden genoemd. De aardappel is wereldwijd het belangrijkste voedselgewas na rijst, tarwe en mais.

De groene delen van de aardappelplant zijn giftig. Net als andere leden van de nachtschadefamilie bevat de plant alkaloïden.

De aardappel komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, maar is in veel Europese landen sinds de 16e eeuw een van de basisvoedingsmiddelen. In vele landen, waaronder Nederland en België, wordt de aardappel gezien als maaltijddrager. In andere landen telt hij mee als groentesoort.

De aardappel is vanuit Zuid-Amerika naar Europa gebracht door Spaanse ontdekkingsreizigers. Waarschijnlijk nam Diego de Amalya de eerste plant in 1536 mee uit Peru of Chili, waar deze aardappel bekendstond als chunu. De Inca's verbouwden de plant toen al honderden jaren. De aardappelplant groeide ook op grote hoogten in de Andes, waar veel andere planten niet meer kunnen groeien. Op basis van DNA-onderzoek is aangetoond dat alle oude aardappels afstammen van één plant uit Zuid-Peru. Later zijn er voor het kruisingswerk nieuwe herkomsten verzameld en genenbankcollecties opgebouwd.[1]

Monniken waren verantwoordelijk voor de verspreiding van de aardappel vanuit Spanje naar de andere Europese landen. Zij pootten de plant in hun kloostertuinen. Ook in botanische tuinen vond de aardappelplant zijn weg. De aardappel groeit in Nederland sinds de Tachtigjarige Oorlog in de Leidse Hortus, sinds 1640 in Groningen en sinds 1689 in Amsterdam.

Carolus Clusius plantte in 1588 in Mechelen voor het eerst aardappelen in de tuin van Pitzemburg. In 1601 schreef hij over de voortplanting van de aardappel door zaad. Men ontdekte dat uit zaad van een paarsbloeiende plant ook witbloeiende planten opgroeiden. Er zijn in Europa door selectie dus waarschijnlijk al vroeg verschillende rassen ontstaan. In Nederland kruiste Petrus Hondius aardappelen met elkaar. Door virusinfecties gingen de rassen echter snel achteruit en werd regelmatig teruggegrepen op zaad.

De boeren stonden aanvankelijk weigerachtig tegenover een plant waarvan de stengels en bessen giftig zijn en dachten dat de knollen ook ongezond zouden zijn. In deze tijd werd de aardappel voornamelijk gezien als varkensvoer of voedsel voor de allerarmsten. Pas in 1727 werd de aardappel, voor het eerst in Friesland, als "volwaardig" voedsel erkend. Langzamerhand kreeg de aardappel toch steeds meer de rol van volksvoedsel en in de 18e eeuw werd hij in de meeste Europese landen verbouwd. Frankrijk had eind 18e eeuw echter een grote achterstand tegenover andere Europese landen en Rusland volgde nog later. Vanwege het hoge gehalte aan vitamine C werd de knol ook gebruikt ter voorkoming van scheurbuik op lange zeereizen.

Geert Veenhuizen (onder andere Eigenheimer en Rode Ster) en Kornelis Lieuwes de Vries (Bintje) waren Nederlanders die zich in de 19e en 20e eeuw bezighielden met de teelt en ontwikkeling van de aardappel.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardappel 

De opdracht

Wees creatief met de aardappel op drie manieren. 

Opdracht 1: De gepofte aardappel

  • Gebruik kleine aardappels i.p.v. grote om de kooktijd te verlagen
  • Lees de stappen bij "materialen en ingrediënten" om te weten wat je nog meer moet doen bij de ze opdracht

Opdracht 2: De aardappel-stempel: 

  • Bekijk de onderstaande filmpjes
  • Verzamel de materialen
  • Maak van middelgrote aardappels stempels
  • Doe voorzichig met de messen
  • Maak met die stempels een voorbeeld "schilderij"
  • Maak na afloop alle materialen weer schoon
  • Ruim alles netjes op
  • Vergeet niet je naam te noteren op het "schilderij"

De moeilijkere manier

Geometrische vormen uitsnijden

Opdracht 3: Aardappelpuree met kaas uit de oven**

  • Je neemt 2 grote (kruimige) aardappels per tweetal
  • Schil de aardappels met een dunschiller
  • Snij de aardappels in plakken, dan in reepjes, dan in stukjes van ongeveer 1 cm
  • Doe de stukjes in een kookpan en vul de kookpan met water, zoadt de aardappelstukjes net onder water staan
  • Kook de aardappels. Ze zijn klaar als je er makkelijk in kan prikken met een vork
  • Verwarm ondertussen de oven voor op 200°C
  • De gekookte aardappels afgieten in een vergiet, daarna terug in de pan
  • Even de aardappels omschudden, zodat de rest van het water verdampt
  • Met een stamper maak je de aardappels klein. Wil je ze helemaal fluffie maken, dan duw je de gestampte aardappels voorzichtig nog een keer door een zeef 
  • Doe er vervolgens een HEEL KLEIN BEETJE melk doorheen en een klontje boter
  • Goed mengen. Het mag er niet uitzien als lijm
  • Doe je puree in een schaaltje of (aluminium)bakje met een laagje kaas eroven
  • Zet dit in de oven totdat de kaas gesmolten is 
  • Was tussendoor de spullen af doe je niet meer nodig hebt

De materialen en ingrediënten

Opdracht 1

  • 1 middelgrootte ongekookte aardappel
  • een stukje keukenpapier
  • een stuk aluminiumfolie
  • de oven (voorverwarmen)
  • een bord
  • crème fraiche of een klontje boter
  • mes
  • 2-3 stengels verse bieslook, even in kleine stukjes snijden

 

Opdracht 2

  • 2 middelgrote ongekookte aardappels
  • een aardappelschilmesje
  • snijplank
  • pen/dunne stift
  • zandkoekfiguurtjes
  • afvalbakje
  • keukenrolpapier
  • verf
  • kwasten of rollertje
  • A3 of A4 papier

 

Opdracht 3

  • 2 grote kruimige aardappels
  • 2-3 eetlepels melk
  • klontje boter
  • kaasplakjes of geraspte kaas (naar smaak)
  • zout en peper
  • kookpan
  • groene snijplank
  • mes
  • lepel
  • vork
  • stamper
  • afvalbakje
  • dunschiller
  • ovenschaaltje of aluminiumbakje

Het stappenplan

  • Lees de opdracht die je gaat uitvoeren
  • Verzamel alle materialen
  • Voer je opdracht uit
  • Ruim na afloop alles weer netjes en schoon op

Maak jouw eigen website met JouwWeb