Opdracht 2: Geometrische en organische vormen

De geschiedenis

Geometrische vormen zijn alle vormen, die je met behulp van passer en liniaal kunt construeren, zoals het vierkant (de rechthoek), de driehoek en de cirkel.

Geometrische vormen zijn vooral in de architectuur altijd veel toegepast en dat is heel verklaarbaar: ten eerste zijn ze goed berekenbaar en ten tweede moeten ruimtes en verdiepingen op elkaar aansluiten en dat gaat nu eenmaal het gemakkelijkst met geometrische vormen.

Geometrische vormen zijn berekende en controleerbare vormen en daarom werden ze door deze architecten verkozen boven niet-geometrische; bij een goed evenwicht tussen de praktische functies van een gebouw en de toegepaste (geometrische) vormen moest vanzelf een schoonheid ontstaan, die geen versieringen meer nodig had behalve eventueel kleur.

Sommige gebruiksvoorwerpen hebben al sinds mensenheugenis voornamelijk geometrische vormen: tafels b.v. (vierkant, rechthoekig of rond) en borden (rond).

Geometrische abstractie is abstracte kunst met geometrische vormen. Een geometrische vorm is een meetkundige vorm, zoals een rechthoekvierkant of driehoek. Een gesloten vorm is een dichte vorm zonder gaten of openingen. Het is het tegenovergestelde van een open vorm, een lijn.

Abstracte kunst was in veel godsdiensten een noodzaak, omdat het afbeelden van concrete (echte) zaken streng verboden was om de terugval naar de verafgoding van mensen, dieren of hemellichamen te voorkomen.

Geometrische vormen komen in de natuur weinig voor, b.v. in kristallen; alleen de cirkel (bolvorm) kan direct herinneringen aan natuurlijke zaken oproepen: aan vruchten, de zon e.d..

In landschappen zijn menselijke ingrepen direct te herkennen door "onnatuurlijke" rechte lijnen: rechthoekige velden, wegen, kanalen en ga zo maar door. Dit is belangrijk voor de gevoelswaarde van geometrische vormen.

De geometrie (wiskunde) is een product van menselijk denken en dus ook van het menselijk kunnen. Als zodanig kunnen geometrische vormen de overwinning van de mens op de natuur uitdrukken.

De meeste dingen die je gebruikt zijn niet geometrisch van vorm, maar heel vaak kun je er wel een geometrische grondvorm in ontdekken: b.v. je schooltas is tamelijk vormeloos, maar in principe rechthoekig, een appelflap is in principe cirkelvormig, een sheltertje is in principe een driehoek. Meestal is er geen aanleiding om lang stil te staan bij de vormen van de dingen omdat je ze direct herkent; ook bij hele ingewikkelde vormen, combinaties van geometrische en niet-geometrische vormen weet je het meestal direct.

De opdracht

  • Ontwerp en maak een vrucht, groente of bloem uit geometrische vormen
  • Ontwerp en maak een huis dat bestaat uit organische vormen

De materialen

  • Tekenvel en potlood
  • Overleg van te voren met de docent waarmee je de opdrachten wilt uitvoeren, zodat de juiste materialen klaar liggen

Het stappenplan

  • Lees de opdracht
  • Bedenk waarmee je het wilt uitvoeren
  • Maak een materialenlijstje voor de docent
  • Maak je ontwerp met potlood op papier
  • Bedenk wel dat je ontwerp zo graat moet zijn als je blad dat je voor je hebt liggen
  • Maak het ontwerp in het echt