Opdracht 3 / Groene Vormgeving en Styling / Keuzevakken / Leerjaar 2

Opdracht 3: Decoratietechnieken

De geschiedenis

Decoratie is elke vorm van versiering.

Decoraties zijn vaak voortgekomen uit esthetische overwegingen (omdat het mooi was) of overblijfsels van wat eens nuttig was. Zo zijn speklagen in de bouw van oorsprong bedoeld om een muur steviger te maken. Toch werden ze om esthetische redenen toegepast op het moment dat men in staat was ook zonder speklagen sterker te bouwen.

Een decoratief element wordt ornament genoemd.

Decoreren van voorwerpen is al zo oud als de weg naar Keulen. Heel oud dus. Van simpele abstracte vormen tot zeer gedetailleerde tekeningen. Met een penseel, een sjabloon, gestempeld, geverfd, gestipt. Met papier, hout, stokjes. Je kunt alle kanten op.

De opdracht

Kies 1 of 2 verschillende decoratietechnieken om uit te voeren

Lees van te voren de materialenlijst goed door om te zien wat je mee moet nemen van thuis

De materialen per decoratietechniek

Découpage
- Mod Podge
- platte kwast
- fles of potje of houten kistje/voorwerp of papieren dier
- servetten met patroon of afbeelding Kijk thuis of je leuke servetten hebt liggen die je mee mag nemen
- schoolverf voor de ondergrond; wit of kleur
- platte verfkwast

Stempelen
- schoolverf
- klein rollertje met houder
- papier, karton of houten plankje om op te stempelen
- halve appel of aardappel (met mesje)
- stukje foam
- schaar
- houten blokje (restafval afdeling techniek)
- lijm
- wc rolletje

Sjabloneren op drie manieren
- kartonnen blad of plastic vel
- schaar of scherp mesje
- potlood
- tamponeer kwast/spons of verf kwast
- schoolverf
- papier, karton of houten plankje om op te sjabloneren

Breien/Haken
- dikke breinaalden of haaknaald
- grove wol of textielwol
- dikke naald
- schaar
- glazen vaas of fles

Stippen
- een egale ronde steen
- zwarte acryl verf en een kwast
- satéprikkers
- ronde stokjes van verschillende diktes
- acrylverf in verschillende kleuren