Opdracht 6: De stratenmaker

De geschiedenis

Wegen bestonden al lang voordat de mensheid op aarde ontstond. Immers ook dieren vormden paden en routes naar voedsel en drinkplaatsen. De simpelste vorm van een weg is dan ook een platgetreden stuk grond dat met regelmaat wordt belopen door mens of dier. Deze vorm is ook wel bekend onder de naam wildpad. Deze paden zijn voornamelijk te vinden op goed beloopbare delen van het land. De meer onbegaanbare delen worden vermeden.

Na de verschijning van de mens op aarde begonnen de paden zich te ontwikkelen tot wegen. Dit onder invloed van de ontwikkeling van het ontstaan van vervoermiddelen en de noodzaak van verplaatsing voor het voeren van handel. In eerste instantie waren deze wegen smal omdat ze alleen werden belopen door mensen of lastdieren. Na het ontstaan van wagens moesten deze wegen breder zijn om deze voertuigen onbelemmerd te kunnen laten rijden.

Op drukkere routes ontstond de behoefte van passeermogelijkheden voor verkeer uit tegenovergestelde richting. De zogenaamde passeerplaatsen. Bij nog grotere drukte werd de behoefte aan meerdere rijstroken groter en ontstonden nog bredere wegen. De breedtes van deze wegen waren gerelateerd aan de breedte van de voertuigen die er gebruik van maakten.

In Europa waren het de Romeinen die de wegen tussen de verschillende woongemeenschappen verhardden om zodoende hun legers snel te kunnen verplaatsen.

Met de opkomst van het autoverkeer in de 20e eeuw hebben er grote ontwikkelingen aan het ontwerp van wegen plaatsgevonden.

De opdracht

  1. Ga in tweetallen op de fiets door de wijk en ga op zoek naar straatjes/wegen/paadjes van steen
  2. Maak zoveel mogelijk foto's van die verschillende straten, wegen, voetpaadjes
  3. Van de foto's maak je een collage en noteer bij elke foto's hoe het verband van de stenen heet (bijvoorbeeld visgraat of wildverband)

De materialen

  • Fiets
  • Telefoon
  • A3 papier
  • Computer, internet, printer
  • Schaar
  • Lijm

Maak jouw eigen website met JouwWeb